Oefeningen
-
Wat is het belangrijkste onderwijskundige doel van de instap?
- Betere leerprestaties.
- Meer variatie in het lesgeven.
- Het mogelijk maken van niveaudifferentiatie.
- Het 'bij de les houden' van leerlingen.
-
Welke functies van de instap onderscheiden we?
- kennisoverdracht - motiveren - begeleiden
- motiveren - oriënteren - ordenen
- oriënteren - kennisverwerking - inleving
- ordenen - inleving - motiveren
-
Welke soorten instappen zijn bij uitstek geschikt om leerlingen te motiveren?
1 raadselachtige instappen
2 controversiële instappen
3 kennisactiverende instappen
4 thematiserende instappen
5 anekdotische instappen- 1, 2, 5
- 3, 4, 5
- 1, 4, 5
- 2 en 3
-
Waar gaat het bij oriënterende instappen om?
- Om het activeren van voorkennis en het expliciteren van het leerproces.
- Om het motiveren van leerlingen en het zichtbaar maken van het leerproces.
- Om het ordenen van het te bestuderen onderwerp.
- Om het problematiseren van het te bestuderen onderwerp.
-
Boven een schilderij van John Gast, American Progress (1872); Amerikaanse kolonisten trekken westwaarts ('manifest destiny'). Onder de 'Trail of Tears', de verdrijving van Indianen uit Georgia naar Oklahoma (1838).
Voor welk type instap kunnen deze afbeeldingen goed gebruikt worden?- Problematiserende instap.
- Controversiële instap.
- Raadselachtige instap.
- Thematiserende instap.
-
Welke uitspraak is het geschiktst als motiverende instap bij een lessenserie over de Tweede Wereldoorlog?
- De Tweede Wereldoorlog duurde van 1939 tot 1945. Miljoenen soldaten en burgers kwamen om. Alleen al in de Sovjet-Unie naar schatting veertig miljoen, al zijn deze cijfers niet zo betrouwbaar.
- De Tweede Wereldoorlog was een 'totale oorlog': in de oorlogvoerende landen kreeg iedereen - of men nu burger of soldaat was - ermee te maken.
- De Tweede Wereldoorog was een gruwelijke oorlog, die echter voorkomen had kunnen worden. Hitler wilde helemaal geen wereldoorlog. Andere landen dwongen hem daartoe.
- De Tweede Wereldoorlog had 'kleine', incidentele oorzaken en 'grote', dieperliggende oorzaken.
-
Tijdens het bewind van Lodewijk XIV was Nicholas Fouquet de oppermachtige Franse minister van financiën. Hij had in zijn wapenschild een eekhoorn met daaronder de Latijnse spreuk: Quo non ascendam? (`Tot welke hoogte kan ik niet klimmen?'). Inderdaad kenden zijn persoonlijke ambities geen grens. Toen Mazarin hem de zorg voor de staatsfinanciën opdroeg, begon hij die onmiddellijk in zijn eigen zak over te hevelen. Hij was ontwikkeld, royaal, een verwoed kunstverzamelaar en een onvermoeibaar bouwer. Als een meesterwerk uit die tijd geldt nog altijd zijn kasteel in Vaux-le-Vicomte, dat alleen door Versailles wordt overtroffen; achttienduizend arbeiders waren er vijf jaar aan bezig, en het kostte achttien miljoen francs. Juist dit kasteel werd evenwel de aanleiding tot de val van Fouquet. Hij wist dat de koning hem van fraude verdacht, maar in een vlaag van misplaatst optimisme nodigde hij Lodewijk met zijn hele hofhouding voor een feest in Vaux-le-Vicomte uit. De oogverblindende pracht van het bouwwerk en zijn inrichting was meer dan de vorst kon verdragen. Het ergste vond hij waarschijnlijk dat Fouquet het feestmaal liet opdienen in een servies van massief goud, terwijl Lodewijk dat van hemzelf had moeten laten omsmelten om de laatste kosten van de Dertigjarige Oorlog te betalen. Negentien dagen later liet hij Fouquet arresteren door de kapitein van zijn garde d'Artagnan van de `Drie Musketiers'. De minister werd veroordeeld, en zat tot zijn dood in 1680 opgesloten in het fort van Pignerol.
Voor welke soort instap leent deze tekst zich goed?- Voor de motiverende instap.
- Voor de oriënterende instap.
- Voor de ordenende instap.
- Voor de thematiserende instap.
-
Twee manieren van wonen in de negentiende eeuw. Boven een gezinsportret van David Bles, onder een gezin in Londen.
Voor welk type instap kunnen deze afbeeldingen goed gebruikt worden?- Problematiserende instap.
- Thematiserende instap.
- Raadselachtige instap.
- Controversiële instap.
-
Welke middelen lenen zich goed voor het ontwerpen van motiverende instappen?
1 De krant.
2 Een verhaal.
3 Stilstaand beeld.
4 Bewegend beeld.
5 Een primaire geschreven bron.
6 Een kruiswoordpuzzel.- Alle genoemde middelen.
- Alleen 1, 2 en 6.
- Alleen 3, 4 en 6.
- Alleen 2, 3, 4, 5.
-
Lijk in het zand, Egypte, omstreeks 1200 v.C.
Voor wat voor type instap kan deze afbeelding goed gebruikt worden?- Problematiserende instap.
- Thematiserende instap.
- Raadselachtige instap.
- Anekdotische instap.
-
Een instapverhaal, getiteld 'De pest komt in Kampen'. Voor welk type instap kan het verhaal goed gebruikt worden?
In de zomer van 1350 vaart een schip de haven van Kampen binnen. Op de kade waaraan het schip aanlegt, zit Marike. Ze kan zien dat het schip een koggeschip uit Duitsland is, dat zie je aan de wapenschildjes op de boeg en aan de kleuren van de wimpel in de mast. Langzaam glijdt het schip op de kade af. De zon gaat al onder en het is bijna helemaal stil aan de IJsseloever. Het enige dat je kan horen, is het zachte geklots van het water.
Marike ziet de vreemdelingen aan land gaan. Ze dragen zakken, kisten en vaten. Enkelen wankelen en leunen zwaar op elkaar. Alsof ze teveel wijn gedronken hebben. Ze lopen met onvaste stappen de loopplank af, met afhangende schouders, hun gezichten verborgen onder hun kappen. Een paar Kampense kooplieden komen in beweging als de bemanning aan land gaat. Vuisten worden gebald en boze stemmen snijden door de lucht. Het lijkt wel of de mensen op de kade uit alle macht proberen de vreemdelingen terug te dringen naar het schip. Maar de gemoederen bedaren. De bemanning verlaat het schip in gezelschap van een paar monniken. Al gauw worden ze opgeslokt door de schaduwrijke stegen die de stad inleiden.
Vier jaar geleden was Marike voor het eerst naar Kampen gekomen. Tien jaar was ze toen. Ze was met haar oom meegekomen die op de markt in de stad de opbrengsten van zijn boerderij wilde verkopen.
Marike was nog nooit in een stad geweest. Het eerste wat haar opviel was de lucht. Er hing een doordringende stank, die opsteeg uit de hopen afval die je overal op straat zag liggen. Vissekoppen en -graten, stinkend, rottend leer, en ander vuil. Boven de hopen zwermden vele blauwzwarte vliegen, en wanneer je in het afval porde, kwamen er vette ratten uit die er als pijlen langs de huisgevels vandoor gingen. Ze werd misselijk en moest bijna overgeven.
De ouders van Marike waren al overleden toen ze pas vier was. Sindsdien had haar oom voor haar gezorgd. Nu vond hij dat ze oud genoeg was om in de stad een ambacht te leren. Daarom deed hij haar in de leer bij een weversvrouw.
Ze werd leerling in de werkplaats. Nog voor de zon op was, was ze al in de weer. Ze werd weggestuurd om boodschappen weg te brengen voor de vrouw of voor de meester zelf. Altijd was het: "Schiet een beetje op, boerenmeid, anders vallen er klappen!"
Later leerde ze Willem kennen. Willem was leerling bij de kleermaker. Hij en Marike konden goed met elkaar opschieten. Bijna elke dag waren ze samen. Het liefst gingen ze naar de IJsseloever. Daar keken ze naar de schepen. Het waren bijna altijd brede, zware koggen, de meeste uit Kampen, maar ook veel uit Duitse steden, zoals Lübeck. De kaden stonden vol met allerlei waren. Tonnen haring, zakken graan, vaten wijn, bier en traan, stapels hout en steen, bundels koeienhuiden en tot leer gelooide huiden. Marike werd nooit moe van al het leven aan de IJsseloever. Nog spannender was het 's avonds bij de herbergen. Daar waren vaak vechtpartijen, wanneer de rijke kooplieden en de priesters van Kampen gingen dobbelen om geld.
Een paar dagen later zit Marike weer op de kade. Maar deze keer komt Willem niet opdagen. Ze is verbaasd: waarom komt Willem nu niet? Ze loopt de stad in, een paar straten door in de richting van de stadsgracht. Willem woont in een klein huis bij de smederijen. Als Marike bij Willems huis aankomt, ziet ze zijn kleine zusje in de deuropening staan. Ze lacht blij naar Marike en wil spelen.
"Waar is Willem?" vraagt Marike.
Het meisje kijkt ernstig.
"Ziek", zegt ze."Hij wil niet met me spelen."
Voorzichtig opent Marike de deur van Willems huis.
In een hoek van de kamer ligt Willem. Zijn moeder zit naast hem. Ze trekt de deken recht en streelt hem over zijn bezwete voorhoofd. Dan ziet ze Marike staan.
Ze huilt zachtjes. Haar gezicht is asgrauw. "Wat kan er nu met mijn jongen aan de hand zijn?" huilt ze. "Hij viel over de drempel heen toen hij vanavond thuiskwam. Nu ligt hij daar en klaagt over pijn in zijn hele lichaam!"
Marike kijkt naar het koortsige gezicht van Willem. Hij ligt als in een roes, verdoofd. Af en toe werpt hij zich onrustig heen en weer en ijlt.
"Wil je me een plezier doen", fluistert de moeder van Willem. "Wil je Neeltje Griet halen? Ze kan zo goed aderlatingen doen..."
Meteen gaat Marike op weg. Maar bij het huis van Neeltje krijgt ze te horen dat ze net naar een andere zieke is geroepen.
"Heilige Maria en alle heiligen, help Willem," fluistert Marike zachtjes in zichzelf. Ze knijpt haar handen zo hard samen, dat de knokkels wit worden.
Als ze weer langs de IJsseloever komt, hoort ze stemmen. Mensen komen van alle kanten aanlopen, over elkaar struikelend tussen de huizen vandaan. Midden in de menigte komt ze een leerling van de schildmaker tegen.
"Wat is er gebeurd? Is er brand in de stad?"
De jongen is buiten adem.
"Nee, iets veel ergers."
"Zeg dan toch wat er gebeurd is!"
De ogen van de jongen zijn groot en verschrikt.
"De Duitse kooplieden voerden de dood in hun lading mee!"
"Praat zodat ik je begrijp!"
"De pest is in de stad!"
Marike verstijft. IJskoud zweet loopt over haar rug.
"Weet je nog dat schip dat een paar dagen geleden is aangekomen? Een paar van de bemanning waren al dood voor ze hadden aangelegd. De kooplieden op de kade probeerden de bemanning nog tegen te houden toen ze aan land wilden gaan. Maar het had geen nut. Al gauw hadden ze een deel van de lading naar de pakhuizen in de stad gebracht."
De jongen pauzeert even om op adem te komen. Dan gaat hij door:
"De mensen zeggen dat ze klaagden over hevige pijnen, toen ze in het hospitaal van het klooster kwamen. Ze kregen steken in hun zij en bloeduitstortingen. Overal op hun lijf verschenen bulten. Nu zijn ze dood! De een na de ander, dood! De monniken hebben ook ernstige klachten gekregen en velen menen dat ze de dag niet zullen overleven!"
De angst slaat Marike om het hart. Willem!, denkt ze. De Duitse kooplieden hadden lappen stof en wol bij zich gehad, die ze bij het huis van de kleermaker afleverden. Ze begint ervan te beven. Willem was er geweest en had de goederen in ontvangst genomen. Willem...
Ze draait zich om en loopt de stad weer in. Moeders trekken kinderen met zich mee de huizen in. Ze hoort mensen huilen en fluisteren. De straten en stegen lopen langzaam leeg. Ze loopt voorbij de smederijen. Het duizelt haar en haar hart bonkt in haar keel als ze de deur van het huis van Willem opengooit.
"Here Jezus", hoort ze een stem binnen zeggen. "Kom niet hier. De pest heeft ons huis gepakt!" Het is de moeder van Willem. Ook haar gezicht is nu rood van de koorts. Ze huivert. Verderop ligt Willem. Zijn hele lichaam trilt en schudt en alleen zijn stroblonde haar is zichtbaar boven de deken.
"Ga weg", herhaalt de moeder. "Onze tijd is gekomen. Het heeft geen zin om nu met Willem te praten. Moge de heilige Sebastiaan je beschermen, Marike."
Ze sluit de deur achter zich. Het is alsof er een ijsklomp om haar hart groeit. Ze slikt een paar keer angstig een paar tranen in die van haar ogen naar haar mond zijn gestroomd. Waar ze altijd al zo bang voor is geweest, is nu echt gebeurd.- Problematiserende instap.
- Thematiserende instap.
- Anekdotische instap.
- Verrassende instap.
-
Een docente geeft les over de Vietnamoorlog. Na afloop van de les, zo neemt ze zich voor, moeten leerlingen kunnen uitleggen waarom de VS in Vietnam ingrepen. Op zoek naar instapmateriaal voor dit lesdoel komt ze deze twee bronnen tegen: een foto van Kim Phuc, het Vietnamese meisje dat in 1972 slachtoffer werd van een door Zuid-Vietnamese troepen uitgevoerde napalmaanval, en een spotprent van F. Behrendt over de machtspolitiek van de Chinese leider Mao Zedong in Zuidoost-Azië.
Hoe geschikt zijn beide afbeeldingen voor een instap bij deze les?- Beide even geschikt.
- Beide even ongeschikt.
- De foto van Kim Phuc is geschikter dan de spotprent over Mao.
- De spotprent over Mao is geschikter dan de foto van Kim Phuc.
-
Een docent geeft les over de sociale kwestie in de 19e eeuw. In zijn eerste les over dit onderwerp laat hij leerlingen een verslag lezen dat Friedrich Engels in 1845 maakte van zijn bezoek aan een sloppenwijk in Manchester:
‘Men komt bij een oneffen stuk oever, tussen palen en waslijnen door, in deze chaos van kleine éénverdiepings- en éénkamerkrotjes, waarvan de meeste geen enkel soort aangelegde vloer bezitten en waarin kook-, woon- en slaapruimte in één vertrek verenigd zijn. In een van deze hokken zag ik twee bedden – en wat voor ledikanten en bedden! – die met een trap en een haard net de hele ruimte vulden. In verschillende andere zag ik helemaal niets, ofschoon de deur wijd open stond en de bewoners er tegenaan leunden. Overal voor de deuren lagen puin en afval; of daaronder een of andere bestrating lag, was niet te zien, maar alleen hier en daar door woelen met de voet vast te stellen. Deze hele verzameling door mensen bewoonde veestallen was aan twee kanten door huizen en een fabriek ingesloten. De paar honderd huizen die tot oud-Manchester behoren, zijn door hun oorspronkelijke bewoners sinds lang verlaten; pas de industrie heeft ze volgepropt met scharen arbeiders die daar nu geherbergd zijn; alleen de industrie heeft ieder plekje tussen deze huizen volgebouwd om onderdak te gewinnen voor de mensenmassa’s die zij uit de landbouwstreken en uit Ierland liet komen.’
Na het lezen van de instapverhaal vervolgt de docent de les. Welk vervolg vind je het best?- 'Zo, dat was dus Engels over de armoede van arbeiders in Groot-Brittannië. In dat land begon rond 1800 de industriële revolutie, zoals we eerder hebben gezien. In Nederland was dat rond 1890. Waarom toen pas? Waarom ontstond hier veel later een arbeidersklasse?'
- Friedrich Engels was een vriend van Marx, een socialist dus. Dat kun je wel merken. (vraag aan leerling) Hoe? Inderdaad, hij vindt het heel erg hoe arbeiders leven. Marx en hij vonden dat ze in opstand moesten komen om daar verandering in te brengen. Hoe moest dat gebeuren? En lukte dat ook?
- 'Engels dus over de arbeiders in Manchester. Dat loog er niet om. Laten we daar meer over lezen. Pak je boek op p. 143. Regina, begin jij met lezen.'
- (vraag aan leerlingen:) 'Wat was toen blijkbaar een probleem? Inderdaad, de ellendige woonomstandigheden van de arbeiders. (vraag aan leerlingen:) Hoe komt dat eigenlijk volgens Engels? Door de industrialisatie, ja. Had die nog meer gevolgen voor arbeiders? Dat gaan we bekijken.'
-
Een tweede klas begint aan een nieuw onderwerp, de 16e-eeuwse Hervorming. De docent wil de voorkennis van de leerlingen activeren. Wat is de meeste geschikte manier om dat te doen?
- Vragen aan de klas: 'Wat weten jullie al van de Hervorming?'
- De leerlingen de opdracht geven om drie vragen over het onderwerp Hervorming te noteren.
- De leerlingen vragen of ze gelovig zijn. Vervolgens vragen of ze wel eens twijfelen aan hun geloof en waar dat dan aan ligt.
- Leerlingen laten aankruisen wat met de Hervorming te maken heeft en wat niet: kritiek, Hitler, kerk, handel, Luther, Columbus, schilderijen, protestanten, Willem van Oranje.
-
Een docente begint aan nieuw onderwerp, de Europese expansie in de vroegmoderne tijd. Bij wijze van instap begint ze in de eerste les met een wereldkaart waarop vier routes zijn aangegeven. Ze vraagt aan de leerlingen welke route Columbus in 1492 volgde. Vervolgens vertelt ze het verhaal van de zeereis van Columbus, zijn aankomst in Amerika en zijn eerste ontmoeting met de inheemse bevolking. Ze leest daarbij voor uit brieven van Columbus, waarin hij de gastvrijheid van de Indianen beschrijft, het goud dat ze dragen en rept over mogelijkheden om hen tot het christendom te bekeren. Na vijftien minuten sluit ze de instap af met de vraag waarom de Europeanen op ontdekkingsreis gingen en wat de gevolgen daarvan waren voor Europa en de Nieuwe Wereld.
Wat vind je van deze instap? Zou je het ook zo doen? Of er iets aan willen veranderen?- Ik zou er niets aan veranderen. De instap mondt uit in relevante vragen. Het verhaal over Columbus en zijn brieven zullen ook de aandacht van de leerlingen trekken.
-
Ik zou de vragen gebruiken en ook het verhaal over Columbus en zijn brieven. Dat zijn goede, aansprekende ideeën.
Ik zou echter niet met die kaart starten. Leerlingen weten het antwoord op die vraag (nog) niet. De instap zal er moeizamer door verlopen. - Ik zou die wereldkaart of die brieven van Columbus niet gebruiken. Een kwartier voor een instap is te lang. Er blijft dan te weinig tijd over voor het behandelen van de stof.
- Ik zou die vragen niet stellen. In feite zijn ze al door de instap beantwoord: de Europeanen gingen op reis om rijk te worden (goud) en de gevolgen voor de inheemse volkeren waren ingrijpend (zij werden uitgebuit).